30-07 Dartmouth - Een stukje geschiedenis
Er wordt op onze romp geklopt. Henk staat snel op en gaat naar buiten. Het is de havendienst met de mededeling dat we niet aan deze mooring kunnen blijven liggen, want al deze moorings zijn van "The Military". We krijgen aanwijzingen waar we dan wel een mooring kunnen oppikken en verhuizen na het ontbijt.
In de middag komt dezelfde Harbour officer bij ons langs om het havengeld te innen. Hij heeft het kennelijk niet echt druk, want neemt uitgebreid de tijd voor een praatje. Hij neemt ons mee in een stukje geschiedenis van de rivier. In WO II lagen hier allerlei Amerikaanse militaire schepen gemoord die mee hebben gedaan aan D-day. Zijn vader was destijds een jochie van een jaar of zes en bij laag water konden ze via de schepen van de ene naar de andere oever hoppen, zo vol lag het. Zo nu en dan vissen ze hier nog mooringankers op uit die tijd. Toen de schepen vertrokken voor hun tocht naar de stranden van Normandië, namen ze niet de moeite ze op te halen, maar sneden gewoon de lijnen door.
De Duitsers hebben nooit geweten dat al die schepen hier op de Dart lagen. Er zijn destijds maar twee bommen gegooid hier. Eentje op Dartmouth en eentje op het Naval College. Hij vertelt dat die laatste door de dubbele deuren naar binnen kwam, via de gang naar de Ladies toilets ging en daar niet is geëxplodeerd, maar wel een dame heeft gedood. De betreffende bom wordt nog steeds geëxposeerd bij het Naval College. Geen idee of het verhaal ook klopt, maar een mooi verhaal is het wel!
Nog een weetje: de havendienst beheert hier zo'n 900 moorings. Maar een klein deel daarvan is voor bezoekers. In de folder lees ik dat er wachtlijsten zijn voor een plekje.
31-07 Dartmouth - An almost perfect day
"Morgen!" "Morning!" antwoord ik als een Engels vissersbootje ons in de vroege ochtend aan bakboord voorbij loopt op de River Dart. Aan het roer een stoere visser met rossige krullen en een grote baard. In zijn ene hand een pijp en in zijn andere een kop thee. Hij neemt een slok en zet de kop weer terug. Wacht even, zij hij nu echt "morgen" of hoorde ik dat verkeerd? Ik zal het nooit weten, want hij vaart inmiddels voor ons. Ik ruik zijn pijptabak. Een zoete geur die mij doet denken aan meester Van Rijs, onderwijzer van de vierde klas van mijn basisschool. Heel even ben ik terug in de jaren zeventig, waar er gewoon nog gerookt werd in de klas. In deze tijd niet meer voor te stellen.
We zijn vanochtend bij het krieken van de dag vertrokken voor een lange tocht van zeventig mijl naar Falmouth. De laatste haven die we aandoen voor we de oversteek naar Spanje maken. Als we net zijn weggevaren zien we twee zeehonden. Eentje zit op de rots van Anchor Rock, de andere zwemt er vlak naast. We vinden het heel bijzonder dat ze zover de rivier in komen.
Als we de rivier af zijn, zetten we het grootzeil. Het zeil zit dubbel in de mast, zodat het er niet volledig uit wil. Een terugkerend probleem, waar we zo nu en dan last van hebben. Het zeil is dan bij het inrollen er niet goed in gegaan. Omdat we in het donker aan kwamen, hebben we dat niet zien gebeuren. Na een half uurtje wroeten is het dan toch eindelijk gelukt het er helemaal uit te krijgen en zeilen we vol tuig Lyme Bay uit. Er staat een lekkere bries en het zonnetje schijnt.
Als ik thee aan het zetten ben, gaan we ineens overstag en hoor ik gevloek vanuit de kuip. "Die rotzak zat zowat bovenop me!". Ik zie een vissersboot vlak voor ons wegvaren. "Kan jij zijn nummer zien?". Met de verrekijker lukt het me om zijn nummer te zien. Henk neemt contact op met de kustwacht om het incident te melden. Hij legt uit dat de visser ons bakboord achterop liep en ons afsneed waardoor wij hals over kop moesten uitwijken. De schrik zit er bij ons goed in.
De kustwacht maakt er serieus werk van, want we worden later nog door ze opgeroepen met de vraag om extra informatie en of er mogelijk ook een getuige was van het incident. Er was een ander vissersschip in de buurt, dat mogelijk iets gezien heeft, dus dat geeft Henk door. Even later horen we de kustwacht eerst dat schip oproepen en daarna het schip dat ons bijna aanvoer. De schipper speelt de grote onschuld. Ja, hij herinnert zich het voorval, maar verdraait de boel behoorlijk. Hij was vissend, voer vijf en een halve knoop en had alle signalen op orde en legt de schuld bij ons. Hmm, vissend was hij niet, want hij had geen netten uit. Hij was onderweg van zijn ene visboeitje naar het andere. Wij voeren zes knopen en hij kwam achterop. Heel bijzonder als je vijf en halve knoop vaart, vinden wij. De kustwacht heeft een rapport opgesteld wat naar de autoriteiten gaat. We zullen er nooit meer iets van horen schatten we in, maar die visser vast nog wel!
Falmouth is niet helemaal bezeild, maar we kunnen lange slagen maken, het is prachtig weer en we hebben opnieuw dolfijnen rond de boot! Het probleem met het zeil en het gedoe met de visser zijn we dan ook snel weer vergeten. Het is een perfecte zeildag. Om één uur 's-nachts liggen we moe maar voldaan voor anker bij een kasteeltje aan het begin van de riviermond. Morgen zoeken we rustig een andere plek.